Voogdij als er niets geregeld was - vaarwel.nl
Voogdij als er niets geregeld was

Voogdij als er niets geregeld was

Hoe werkt voogdij als de ouder geen voogd heeft aangewezen?

Een minderjarig kind blijft achter zonder ouders en er was niets geregeld. In dat geval zal de rechter een voogd aanwijzen.

Wat moet je direct regelen bij overlijden van de ouder?

Het is in het belang van het minderjarige kind dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over voogdij. Daarom is het verstandig om zo snel mogelijk een verzoek tot benoeming van een voogd in te dienen bij de rechtbank.

In de tussentijd kunnen familieleden afspraken maken over de verzorging van het minderjarige kind. Bij voorkeur gebeurt dat zoveel mogelijk in overleg met het minderjarige kind. Het is ook verstandig daarbij contact te leggen met de Raad voor de Kinderbescherming.

Hierbij is het uiteraard van belang om te voorkomen dat niemand zich de verzorging van het minderjarige kind bekommert.

Het is formeel juridisch iets anders of je voor een kind zorgt, of dat je de voogdij hebt. Er moet hoe dan ook een formele regeling voor die voogdij komen.

Er was niets geregeld

Een minderjarig kind, jonger dan achttien jaar, blijft achter zonder ouders. Dat wil zeggen beide ouders zijn overleden. Wat gaat er nu gebeuren als die ouders niets geregeld hadden?

voogd

Als een minderjarig kind niet onder ouderlijk gezag staat en er niet in voogdij is voorzien, dan moet de rechtbank een voogd benoemen. Dat moet dus als de ouder in het testament of in het gezagsregister geen voogd heeft aangewezen.

Dit is trouwens ook het geval als de door de ouder benoemde voogd de voogdijtaak niet wil uitvoeren. Als iemand is benoemd tot voogd, is hij/zij niet verplicht om dit ook te gaan doen.

Iedere belanghebbende kan de rechtbank verzoeken om een voogd te benoemen. De rechtbank kan ook een voogd benoemen zonder dat iemand dat verzoekt.

Tijdelijke en voorlopige voogd

Omdat de benoeming van een voogd enige tijd kan kosten en er wel belang is bij verzorging van het minderjarige kind, kan de rechtbank een tijdelijke of voorlopige voogdij bepalen. Een tijdelijke voogd kan dus de voogdij op zich nemen totdat de rechtbank (definitief) een voogd benoemt. Dat is altijd een gecertificeerde jeugdinstelling. Zo heeft de rechtbank de tijd om alle betrokkenen te horen.

Benoeming op verzoek

De rechtbank kan op verzoek een voogd benoemen. Familieleden van de minderjarige, de Raad voor de Kinderbescherming of andere belanghebbenden kunnen dat verzoek indienen.

Onder omstandigheden kunnen pleegouders tot voogd worden benoemd als er al een voogd voor de minderjarige was. Die kunnen de voogdij dus overnemen.

Procedure benoeming op verzoek

Voor benoeming van een voogd op verzoek moet de verzoeker een verzoekschrift bij de kantonrechter indienen. Dat moet via een advocaat. Ook moet de verzoeker griffierecht betalen. Het verzoek wordt ingediend bij de rechtbank van de woonplaats van de minderjarige. Op de website van de Rechtspraak kun je vinden welke rechtbank dat is.

Na ontvangst van het verzoekschrift, zal de rechtbank belanghebbenden informeren. Belanghebbenden kunnen verweer tegen het verzoek voeren. Bijvoorbeeld als ze het er niet mee eens zijn wie er tot voogd wordt benoemd. Een zitting op de rechtbank zelf is vaak niet nodig.

De kantonrechter moet een minderjarige, die twaalf jaar of ouder is wel de mogelijkheid geven om te reageren op het verzoek. Dat kan via een kindgesprek met de rechter of met een brief van de minderjarige aan de rechter.

De wet bepaalt niet wie bij voorkeur als voogd wordt benoemd. Het is dus ook niet zo dat een (biologische) ouder zonder gezag steeds bij voorkeur de voogdij krijgt. Bij de benoeming van de voogd staan namelijk de belangen en wensen van het minderjarige kind voorop. Niet de belangen of wensen van de verzoeker of de belanghebbenden. Dat kan betekenen dat een voogdijinstelling wordt benoemd, ook als er nog een biologische ouder is. De benoeming komt in een uitspraak van de rechtbank te staan.

Benoeming zonder verzoek

De rechtbank kan ook een voogd benoemen zonder dat iemand dat verzoekt. Sterker nog, de rechtbank moet dan een voogd benoemen. Dat kan de rechtbank doen na het bericht van de gemeente over het overlijden van de ouder van het minderjarige kind.

De rechtbank onderzoekt dan in drie stappen de situatie:

  • Eerst het gezagsregister om vast te stellen of het minderjarige kind nog onder gezag staat van een andere ouder.
  • Als dat niet zo is, dan onderzoekt de rechtbank nog of er een voogd is aangewezen in een testament of het gezagsregister.
  • Daarna onderzoekt de rechtbank ook of er nog een andere ouder zonder gezag is en of die persoon de voorkeur verdient. Wat als een niet-juridische ouder in aanmerking komt voor voogdij, maar is er ook nog een andere ouder zonder gezag? Dan wijst de rechter het gezag toe aan die andere ouder als dat in het belang is van het minderjarige kind. In dat geval moet de ouder zonder gezag dan het gezag aanvragen.

Als er verder niemand in aanmerking komt voor voogdij, dan moet de rechtbank zelf een voogd benoemen. Ook daarbij geeft de wet niet aan wie de voorkeur heeft. De rechtbank schakelt veelal de Raad voor de Kinderbescherming in voor advies over wie als beste tot voogd kan worden benoemd. Dat kan een persoon zijn of een voogdijinstelling. Het belang van de minderjarige is ook hierbij leidend.

Rechtbank benoemt, en dan?

Met de benoeming van iemand tot voogd is er nog geen voogd. Iemand kan namelijk niet onvrijwillig voogd zijn. Voor voogdij is dan nog een aanvaarding van de benoeming tot voogd nodig. Dat kan door het afleggen van een bereidverklaring bij de griffie van de rechtbank. Wanneer de voogdij dan begint, hangt af van de vraag of de benoeming direct ingaat. Of dat zo is, staat in de uitspraak van de rechtbank. Als dat het geval is, dan begint de voogdij pas drie maanden na de uitspraak.

Vaak zal echter sprake zijn van een uitspraak die direct ingaat (= uitvoerbaar bij voorraad is). Dan begint de voogdij veel eerder. Namelijk op de dag ná verzending of verstrekking van de uitspraak aan de benoemde voogd.

Benoemde voogd aanvaardt benoeming niet

Als de benoemde voogd geen voogdij wil, kan de rechter iedereen die bij de zaak betrokken is oproepen voor een zitting. Daarna volgt een uitspraak. Die kan inhouden dat een voogdijinstelling wordt aangewezen, als niemand anders in aanmerking komt voor de voogdij. Vervolgens zoekt die instelling een pleeggezin voor het minderjarige kind.

Belangrijk is dat uiteindelijk altijd iemand (een persoon of instelling) het gezag over het minderjarige kind moet uitoefenen.

Op zoek naar het perfecte overzicht voor het afhandelen van alles direct na het overlijden?

Doorloop dan onze gratis vragenlijst. Ontdek stap voor stap wat er op je af komt, waar je moet aankloppen en wanneer.