Vorderingen in de erfenis - vaarwel.nl
Vorderingen in de erfenis

De overledene had geld uitgeleend, wat nu?

Al die leningen vallen nu in de erfenis. De erfgenamen zijn nu de schuldeisers geworden. Dat is ook zo als de erfgenamen zelf de schuldenaren zijn.

Hoe zit het met vorderingen in een erfenis?

Een vordering op iemand is een vorm van bezit (je krijgt nog geld van iemand). Die vorderingen vallen net als andere bezittingen van de overledene in de nalatenschap. Bijvoorbeeld als de overledene geld heeft uitgeleend. De vordering tot terugbetaling komen bij aanvaarding van de erfenis toe aan de erfgenamen. De erfgenamen kunnen dan terugbetaling eisen.

vorderingen

Dat geldt ook als een erfgenaam de lener is. Als een van de erfgenamen de lener is, krijgt die erfgenaam het erfdeel minus de schuld. En als dan nog een deel van de schuld overblijft, hebben de eventuele mede-erfgenamen recht op betaling van de resterende schuld. De andere erfgenamen krijgen nog geld van de erfgenaam die heeft geleend van de overledene.

Nalatenschap met vorderingen

In een nalatenschap kunnen ook vorderingen zitten. Bijvoorbeeld als de overledene geld heeft uitgeleend. Of iets heeft verkocht of gekocht en dat nog niet afgerond is. De overledene had dan een vordering oftewel een tegoed.

Als er niets anders afgesproken is, dan verdwijnt de schuld niet bij het overlijden van de uitlener. Als de erfgenamen de erfenis aanvaarden, dan krijgen die ook de vordering in handen. De erfgenamen kunnen dan betaling eisen. Bij een niet terugbetaalde geldlening moet de lener dan terugbetalen aan de boedel. En als die lener niet vrijwillig terugbetaalt, kunnen de erfgenamen stappen nemen om over te gaan tot incasso.

Kijk in het contract

Het is verstandig om steeds goed te kijken wat in het contract, zoals de leningsovereenkomst, staat. Die afspraken gelden namelijk nog steeds, maar dan voor de mede-erfgenamen. Ook zal aan de hand van een uitleg van het contract bekeken moeten worden of het contract toch niet vervalt bij overlijden of toch niet overgaat op de erfgenamen.

Is er sprake van een koopcontract met een betaalverplichting, dan moeten de erfgenamen ook het gekochte leveren. Ook hier is de tekst van het koopcontract van belang.

De erfgenaam is zelf de lener

Het komt ook wel voor dat de overledene geld heeft uitgeleend aan een van de erfgenamen. Bijvoorbeeld bij een ouder-kind lening. Het kind heeft dan een schuld aan de erflater en is dan schuldenaar.

Bij overlijden van de erflater en verdeling van de erfenis gebeurt dan iets bijzonders. De vordering en schuld komt dan eigenlijk bij één persoon terecht. Dat is helemaal het geval als de overledene maar één erfgenaam heeft. Als dat gebeurt, dan streept de erfgenaam de schuld weg tegen het erfdeel. Soms blijft dan nog iets over van het erfdeel, maar soms ook niet.

Als het erfdeel groter is dan de schuld, dan houdt namelijk de erfgenaam dus nog een deel van het erfdeel over. Maar als de schuld groter is dan het erfdeel, dan houdt de erfgenaam niets over. En bij meerdere erfgenamen krijgen de mede-erfgenamen samen een vordering op de erfgenaam-schuldenaar. Die mede-erfgenaam kunnen de resterende schuld nog opeisen bij de andere erfgenaam.

Voorbeeld

Zoon Jan had € 200.000 geleend van vader Piet. Jan heeft een zus, Mathilde. Moeder is al eerder overleden. Vader had nog € 50.000 op de spaarrekening toen hij overleed. De erfenis is € 250.000 (de schuld plus het spaargeld). Ieder van de kinderen heeft recht op de helft. Dat is € 125.000.
Mathilde krijgt de € 50.000 uit het spaargeld. Plus ze heeft nu recht op € 75.000 van Piet.

Verrekening wel vorderen

Belangrijk is dat deze toerekening van schulden niet automatisch gebeurt. De mede-erfgenamen moeten dat bij de verdeling van de erfenis nog wel duidelijk eisen en duidelijk maken aan de erfgenaam-schuldenaar. Pas dan wordt een schuld weggestreept tegen het erfdeel. Voor deze ‘verrekening’ of toerekening heb je geen uitspraak van de rechter nodig.

Maar als de mede-erfgenaam niet akkoord gaat met de toerekening, kan een oordeel van de rechter wel nodig zijn. Bijvoorbeeld als de mede-erfgenaam de schuld niet erkent. Of onterecht aangeeft dat er al helemaal of een deel is terugbetaald. Dan kunnen de mede-erfgenamen een procedure tegen andere erfgenaam starten om vast te laten stellen dat er wel sprake is van toerekening.

Pas op voor de erfbelasting

De vorderingen vormen een bezit. Dat betekent dat je hier erfbelasting over moet betalen. Het maakt niet uit of je ze wilt kwijtschelden. Op het moment van overlijden gaat die vordering in de erfenis. Over de waarde van de lening moet nu erfbelasting worden berekend. Dat kan bij het eerdere voorbeeld tot het volgende leiden.

Voorbeeld

In aanvulling op het eerdere voorbeeld. Als kinderen een erfenis van hun vader ontvangen, dan is er een vrijstelling van ongeveer € 24.000. Voor het gemak rekenen we met € 25.000. Dan moeten de kinderen over € 100.000 erfbelasting betalen. Dat is 10%, dus in dit voorbeeld € 10.000 per kind.
Hier kan zus Mathilde dus niet zomaar broer Jan iets kwijtschelden. De Belastingdienst staat namelijk ook bij haar op de stoep.

En andersom?

Naast een vordering die in de erfenis zit, kan het ook zijn dat iemand anders iets te vorderen heeft van de erflater. Er kunnen nog lopende rekeningen zijn die niet zijn voldaan. Deze komen door het overlijden niet te vervallen. Lees hier doe de erfgenamen moeten omgaan met lopende rekeningen.

Op zoek naar het perfecte overzicht voor het afhandelen van de vorderingen?

Doorloop dan onze gratis vragenlijst. Ontdek stap voor stap wat er op je af komt, waar je moet aankloppen en wanneer.